De bestuurder kan de overbrengingsverhoudingen van een automatische versnellingsbak handmatig aanpassen met behulp van schakelflippers. Dit zijn hendels die aan het stuur of de stuurkolom zijn bevestigd.
Veel automatische versnellingsbakken hebben een handmatige schakelmodus die kan worden geselecteerd door eerst de schakelpook op de console in de handmatige stand te zetten. De bestuurder kan de overbrengingsverhoudingen vervolgens handmatig wijzigen met behulp van de schakelflippers aan het stuur, in plaats van dat de transmissie dit voor hem doet.
Eén (vaak de rechter) paddle bedient het opschakelen en de andere (meestal de linker) het terugschakelen; elke paddle schakelt één versnelling tegelijk. De paddles bevinden zich normaal gesproken aan beide zijden van het stuur.